Aardingssystemen
Installaties kunnen op 3 verschillende manieren geaard worden:
- TT-aardingssysteem
- TN-aardingssysteem (met als varianten: TN-C; TN-S en TN-C-S)
- IT-aardingssysteem
De eerste letter geeft de relatie tussen het verdeelnet (bron) en de aarde; ofwel de wijze van aarding van de voedingsbron:
T: rechtstreekse verbinding van een punt (sterpunt) met de aarde (T = terre).
I: isolatie van alle actieve delen ten opzichte van de aarde (I = isoler).
De tweede letter geeft de relatie tussen de elektrische installatie en de aarde; ofwel wijze van aarding van de metalen omhulsels van de apparatuur:
T: rechtstreeks geaard door middel van aardelektrode (T = terre).
N: verbonden met de geaarde beschermingsgeleider van het verdeelnet (N = neutre).
U: metalen omhulsel van de apparatuur zijn onderling met elkaar verbonden, maar niet opzettelijk geaard (U = unearthed).
M: metalen omhulsel van de apparatuur zijn onderling met elkaar verbonden en verbonden met het sterpunt van de voedingsbron, maar niet opzettelijk geaard (M = métallique).
De eventuele derde of vierde letter bepalen de uitvoering van de nulleider en van de beschermingsgeleider (aarddraad).
S: de nulleider en aardgeleider worden uitgevoerd als afzonderlijke geleiders (S = separation).
C: één geleider vervult de functie van aardgeleider en nulleider (C = compose).